Cultuurbeschouwing is de levensbeschouwelijke vorming voor FOPEM-scholen. Het wordt niet benaderd als een afgebakend vak met vaste uren in de week. Cultuurbeschouwing is eerder een praktijk en wordt daarom volgens de vier sporen van het doelgericht ervaringsleren aangeboden:
SPOOR 0: houding begeleider: begeleidingsstijl, kritisch-onderzoekende houding
SPOOR 1: vaste werking: elk schooljaar voor elk kind gegarandeerd
SPOOR 2: spontane werking: waardegeladen inhouden of gebeurtenissen die de klas binnenkomen en die je verdiept
SPOOR 3: gestuurd aanbod: wat de leerkracht bewust inbrengt met de bedoeling om in te zetten op cultuurbeschouwing
Spoor 1 gaat dus over de vaste werking die elk schooljaar voor elk kind gegarandeerd is. Dit kan zowel op schoolniveau als op klasniveau. Het zijn momenten waar kinderen een stem krijgen om zich uit te spreken over de dingen des levens, momenten om samenleven te bespreken en te organiseren. Ook feesten en rituelen die een link hebben met cultuurbeschouwing maken deel uit van de vaste werking. Tenslotte kunnen er ook specifieke gewoontes of gebruiken zijn die vervat zitten in jullie schoolcultuur waarmee een open sfeer van beschouwen wordt gecreëerd.
Bijvoorbeeld:
Ronde
Klasraad
Groeifeest
Afscheid zesdeklassers
Wekelijks (ontstaans)verhaal voorlezen
Elke week zorgt een ander kind voor het tienuurtje, verschillende gebruiken en culturen komen zo de klas binnen
Hoe we elkaar begroeten en de gesprekken die we daar steevast over hebben
Comments